Op de bus naar Copacabana kwamen we een stel Nederlandse meisjes tegen met wie we samen op zoek gingen naar een hostel. Vanwege Cinco de Mayo waren de prijzen behoorlijk geinfleerd, dus het duurde even voordat we een budget-optie gevonden hadden. In de avond een tour naar het beroemde Titicaca meer gereserveerd en daarna lekker uit eten. Gekozen hotel bleek later toch niet zo heel chill te zijn, ontzettend gehorig en kamers op de vijfde verdieping zonder lift. Geluiden van een krijsend kind beneden wereden vertaald naar horror-achtige geluiden op onze verdieping en de mensen boven ons leken maar niet te stoppen met rondlopen door de kamer.
In de ochtend gingen we, na een koude douche – ondanks beloofde warme water- , met Linde naar de haven om op onze boot naar Isla del Sol, het grootste eiland in het meer Titicaca, te stappen. Na een rit van twee uur, boten zijn ongelooflijk traag, kwamen we aan. Daar werden we opgewacht door onze ‘gids’ die ons het noordelijk deel van het eiland liet zien. Schijnbaar vereerde men hier in plaats van de beroemde pacha mama, of moeder aarde, hier de mama coche, of de moeder van het water. Op het zonne-eiland werd dan de zonnegod vereerd terwijl Isla de Luna, de vrouwelijke energie bezat. Je kon hier ook een Shaman geld betalen om je te ‘zegenen’ voor goed geluk of iets dergelijks.
Daarna hebben we een korte hike van ongeveer 10 km gemaakt naar het zuiden van het eiland. Onderweg kon je, als je niet te uitgeput was van de steile klimmetjes, genieten van een wonderbaarlijk mooi uitzicht over het meer en het eiland. We dachten omdat het op onze ticket stond dat onze boot om 4 uur weer terug naar Copacabana zou varen, maar toen we om 3.35 aankwamen was onze boot al vertrokken. Nieuwe ticket gekocht voor de boot van 4 uur die werkelijk ongelooflijk traag was, waardoor we pas na zessen aankwamen in Copacabana.
Kay en ik hadden besloten dat we direct door wilden reizen naar Puno in Peru. Dus we hadden minder dan een half uur om onze spullen in te pakken en bus tickets te kopen en naar het station te gaan, waarbij we natuurlijk ook weer de vijf heerlijke trappen van ons hotel op konden rennnen. Kay had extra veel geluk omdat hij zijn jas had vergeten en nog een keer mocht. Uiteindelijk kwamen hijgend, bezweet en verward aan bij onze bus, maar we hebben het wel gehaald.