Drie uur later kwamen we aan in Puno. Puno was een stuk groter dan we hadden verwacht en we hadden nauwelijks Peruviaanse Soles omdat we niet zo veel hadden kunnen wisselen op de grens. Daarom maar een taxi naar het centrum genomen en het eerste de beste hotel genomen omdat we gewoon erg moe waren. Mevrouw in het hotel was nogal opdringerig om ons tours te verkopen maar we konden niks kopen totdat we gepind hadden.
Tot onze grote schrik werden onze pinpas en creditcard door alle pinautomaten niet geaccepteerd. Na een tijdje was ik in staat om met mijn pinpas voor transactiekosten van ongeveer 10 euro een bedrag uit de automaat te halen. Het is onwijs frustrerend om geld te moeten betalen om bij je eigen geld te kunnen komen. Maar in ieder geval hadden we geld om te eten. Na een belachlijk lekkere tomatensoep, een matig hoofdgerecht en een heerlijk stuk taart keerde we terug naar ons hotel. Hier stond mevrouw ik-wil-dat-jullie-nu-tours-kopen ons al op te wachten. Pas na een tamelijk onbeleefde ‘Senora, Quiero dormir’ van mij kant hield het mens op met zeuren.
In de avond lekker in onze voorraad films en series gedoken om de volgende vroeg op te staan om een tour naar de drijvende eilanden in Titicaca en een busticket naar Cuzco te boeken, uiteraard niet bij ons vervelende hotel. Na een douche in onze badkamer die in een vergevorderd stadium van rot en schimmel verkeerde uitgechekt en alles op orde gebracht.’
Die middag werden we opgehaald om de drijvende eilanden te bezoeken. De gids deed zijn verhaal uiteraard in het Spaans, en niet in het Engels zoals beloofd, maar we merkte dat ons Spaans dusdanig is gevorderd dat het niet zo heel veel meer uitmaakt. De gidsen hier spreken toch nooit zo geweldig goed Engels. Ze lieten ons zien hoe de eilanden werden gemaakt en hoe het traditionele leven op de eilanden eruitziet/eruitzag. Het werd ons niet helemaal duidelijk in hoeverre het een toeristische show of authenticiteit was.
In ieder geval was het erg indrukwekkend om te zien hoe de huizen, eilanden en boten allemaal van riet gemaakt worden. Voor een kleine bijdrage konden we op een traditionele boot waar de locals ons naar het volgende eiland roeiden en kleine kindjes ons vermaakten met liedjes die ze van reizigers hadden geleerd. Zoals bijvoorbeeld ‘Ro Ro Ro yo bo gely dow da strea mely mely mely mley life is ba a drea’. Heel schattig, maar natuurlijk wordt er weer een fooi van je verwacht. Dit is iets wat ons langzamerhand steeds meer begint te irriteren: de oneindige stroom van verkopers, bedelaars, muzikanten, busterminalebelastinginners, luchthavenbelastinginners, tassendragers bij bussen en weet ik al wat niet meer die allemaal 1 peso, 1 boliviano of 1 soles van je willen.
Kay kon ook even roeien, terwijl de motor ons voortstuwde. Grappig dat Kay dit niet doorhad en dacht dat hij ontzettend hard aan het roeien was. We konden nog de zonsondergang zien en ook hoe Puno aan de kust van het meer langzaam oplicht in de schemering. Daarna terug naar Puno, eten en daarna met de bus naar Cuzco.