Na de bootrit van drie uur en de bezorgdheid over het vermiste geld begonnen we aan onze lange reis naar Santa Marta in Colombia. Eerst vlogen we weer met het mini-vliegtuig naar Ciudad Bolivar, waar we werden opgehaald door Jochen, alweer een Duitser in Venezuela. Spullen opgehaald bij de posada en daarna anderhalf uur met de auto naar het vliegveld in Puerto Ordaz.
Jochen was een bron van informatie over de politieke situatie in Venezuela en had handige tips voor corrupte militairen bij controleposten. Over heel het land zijn talloze controleposten waar je spullen doorzocht kunnen worden, op zoek naar… ja naar wat eigenlijk? Drugs naar Colombia toe smokkelen lijkt weinig zinvol en vuurwapens zijn gewoon legaal. Het gaat voornamelijk om contraband, gesubsidieerde goederen die vanuit het socialistische Venezuela naar Amerika-lievend Colombia worden gesmokkeld.
Geen wonder, als een fles rum voor 80 dollarcent te koop is en je een tank voor 20 dollarcent kunt vullen. Buitenlanders worden gewantrouwd en kunnen meer problemen ondervinden bij de grens. Maar… vrouwen worden niet of nauwelijks gecontroleerd uit angst voor beschuldigingen van sexuele intimidatie. Vanaf dat moment het geld maar naar mijn baggage verplaatst.
Het actuele topic in Venezuela is uiteraard de inflatie, die dit jaar weer rond de 40% ligt en geloof het of niet het gebrek aan toiletpapier. Het land ligt op zijn gat dus er wordt vrijwel niets in eigen land geproduceerd, wat er toe leidt dat van alles en nog wat geimporteerd moet worden. Gelukkig heeft “democratisch verkozen” president Morales in een cadena, overheidsaankondiging die de tv-programmering onderbreekt, aangekondigd 50 miljoen rollen besteld te hebben. Magertjes voor een populatie van 27 miljoen mensen, maar het volk klapt en juicht.
Vanuit Puerto Ordaz vlogen we naar Caracas vanwaar we verder vlogen naar Maracaibo, de tweede grootste stad van Venezuela. Omdat we hier rond 11 uur in de avond aankwamen moesten we de nacht op het vliegveld doorbrengen. Op het vliegveld in Puerto Ordaz werden we nog gedwongen de dubbele prijs voor water te betalen, wat ons zo verschrikkelijk irriteert. In Maracaibo hadden we geen aansteker, mag niet mee op nationale vluchten, dus een sigaretje gerookt met de politie die de boel daar beveiligd. Het duurde niet lang of de agent bood me aan dollars te wisselen tegen de zwarte markt wisselkoers, corrupt indeed. Daarnaast overtuigden jan en alleman me ervan dat er absoluut geen bussen naar de grens reden.
Het alternatief was een zogenaamde carro te nemen, grote Amerikaanse bakken die naar de grens rijden zodra ze vol zitten. Het zou 600 bolivar moeten kosten om naar Santa Marta te gaan, een belachelijke som aangezien de benzine gratis is en de bussen die ik online gevonden had dezelfde prijs vroegen. Maar goed uiteindelijk maar met de corrupte gast gewisseld tegen een ongunstige wisselkoers en een taxi naar de ophaal plek genomen.
De taxi-chauffeur raadde het ons echter ten zeerste af naar de plek te gaan omdat het te gevaarlijk was voor ons daar. In plaats daarvan gingen we naar een andere plek. De taxi had geblindeerde ramen en het licht uit en vroeg voor de prijs, het zou 200 Bolivar kosten naar de grens. Blij dat we eindelijk uit het grimmige Maracaibo konden vertrekken stelden wij voor om ook de overige plekken in de bus te kopen en voor 1000 Bolivar naar de grens gebracht te worden.
Maar ineens verdubbelde de prijs. We vertrouwden de kerels voor geen meter en vroegen de taxi-chauffeur of hij ons naar de grens kon rijden. Dat wilde hij wel en hij vertelde later dat hij het ook maar niet vertrouwde met die gasten. Daarna volgden de twintig controleposten bij de grens, wat natuurlijk een eeuwigheid duurde. Ons laatste geld spendeerden we uiteindelijk om de verrekte departure tax te betalen. Op de grens vond de taxi-chauffeur een busje dat naar Santa Marta zou gaan. Voor 60 dollar konden we mee. Helaas moesten we nog 4 uur wachten tot het busje vol zat, zonder geld voor eten en water en het laatste eten was de lunch van de vorige dag geweest…
Daarna zouden we directo naar Santa Marta gaan. Maar dat was natuurlijk ijdele hoop. Uiteindelijk kwamen we rond een uur of drie aan en konden we de laatste taxi pakken naar ons hostel, waar ons een lekkere hangmat en zacht bed stonden te wachten.