Nadat we weer wat waren opgewarmd maakten we ons klaar voor het nieuwjaarsfeest (Tet) die avond. Met Marion, Leire, Sebastian en twee Italianen aten we in een pizza-restaurant alvorens naar het concert vlak buiten de citadel te gaan. Het verkeer was inmiddels volledig vastegelopen, maar te voet konden we gemakkelijk passeren. Onderweg werd Sebastian nog ‘belaagd’ door een groep Vietnameze kinderen. Ze hingen aan zijn armen, benen en dreadlocks en bleven tot vervelens toe plakken en zetten zelfs een achtervolging in toen hij het op een lopen zette. Dit zorgde voor de nodige hilariteit, maar was ook wel erg merkwaardig.
Eenmaal bij het concert viel het ons op dat alles extreem rustig was, geen bier, geen gejuich en ietwat treurig muziek. We besloten om op een minuscuul terrasje, met van die plastic stoeltjes waar je eerder op hurkt dan zit, een biertje te drinken en naar de vuurwerkshow te kijken. We hadden het erg gezellig en het vuurwerk was mooi om naar te kijken. Maar aangezien het erg koud was buiten, maakten we het niet zo heel erg laat.
De volgende dag bezochten we na een uitgebreide brunch in een lokaal tentje de oude citadel van Hue. De toegang was die dag gratis, maar na aankomst werden we al snel uit de massa Aziaten getrokken om als Westerse mensen toch een ticket te kopen, maar dit mocht de stemming niet drukken. In de 19e en 20e eeuw was Hue de hoofdstad en het politieke centrum van Vietnam en de keizer woonde in de citadel, totdat deze in de jaren zestig de macht overdroeg aan Ho Chi Minh. Verder speelde Hue een grotel rol bij het Tet-offensief. Tijdens het Tet-offensief hadden de Vietcong plots driekwart van de steden in Zuid-Vietnam overgenomen na maandenlang plannen, daarna is er hevig gevochten over de macht van de stad Hue. De royal palace en forbidden city zijn nog grotendeels intact en waren erg mooi om te zien en in de tuinen konden we heerlijk rondslenteren. Ook was er een tentoonstelling van tanks, luchtafweer, en vliegtuigen uit de oorlog waar je op en in kon klimmen. Verder hebben we nog genoten van heerlijk street food en nog wat gedronken met live muziek.
Het volgende reis-segment zou ons weer terugbrengen naar de adembenemende westelijk Ho Chi Minh Road. Met Leire en Sebastian legden we de 130 km naar Khe Sanh vlot af, waar we op het laatste stuk weer getrakteerd werden op prachtige vergezichten. De weg leidde ons dwars door de zogenaamde DMZ, of demilitarized zone. Dit had een buffer moeten vormen tussen Noord- en Zuid-Vietnam maar in de praktijk zijn nergens anders zoveel bommen en doden gevallen. Vanwege Tet was het lastig om hier een rondleiding te krijgen, maar het laatste deel van de route was erg geschikt om rustig over het verleden na te denken.
Het kostte ons geleidelijk aan steeds meer moeite om etenstentjes te vinden, met name vanwege de feestelijkheden rondom het nieuwe jaar. Omdat Sebastian ook nog eens vegetarier is, vormde het een interessante uitdaging. Kay, Leire en ik aten vooral noodle soep, maar Sebastian moest overleven op witte rijst, ei, en chips die Leire met een paar woorden Vietnamees wist te bestellen. In Khe Sanh was een hotel en slechts een paar restaurants open, dus er was niet echt veel te kiezen. Brood was sowieso nergens meer te koop (Sebastian heeft behoorlijk wat kilometers gereden op zoek naar brood), dus we aten wat de pot schaft. Bij verschillende reparatiewinkels voor de motorbikes werden we weggejaagd want de vakantiedagen zijn bestemd om familie te bezoeken en niet om te werken. Er waren een heleboel dronken Vietnamezen (zonder helm!) op de weg, dus we moesten goed opletten, want er gebeuren veel ongelukken op de weg in deze tijd van het jaar. De volgende dag beleefden we de meest spectaculaire route tot nog toe. Aangezien er langs de route van 240 km geen hotels, restaurants, tankstations, of reparatiewinkels zijn vergde dit nog wel enige voorbereiding. Daarom sloegen we 11 liter extra benzine in, die we op onze bikes vastbonden, niet zo veilig maar een andere optie hadden we niet. Daarnaast kochten we een voorraad snacks en water voor onderweg.
Het eerste deel van de route bestond eigenlijk alleen maar uit bochten, er zat gewoonweg geen enkel recht stuk in! We moesten goed opletten voor het gravel in de bochten en eventuele tegenliggers op de smalle weg, maar uiteindelijk zouden we slechts vijf auto’s tegenkomen die dag! Ondertussen verrezen majestueuze bergtoppen, begroeid met dichte jungle. De rivieren en watervallen waren ook ongelooflijk mooi. De kronkelde op zo een mooie manier door de bergen en langs de toppen dat de route ons maar bleef verbazen. Het laatste deel van de tocht bevatte een aantal extreem steile stukken waar iedereen moest terugschakelen naar de tweede versnelling. Het laatste deel legde we desondanks zo snel we konden af, en vlak voor aankomst kwamen we Andrew weer tegen met wie we over de wolkenpas waren gereden. En hij kon ons ook nog eens mooi de weg wijzen! We kwamen voldaan en gelukkig aan in Phong Nha.
Wat een dynamisch verslag weer. Werkelijk mooi hoe je dat kan beschrijven Tineke. Ik geniet met jullie mee. Leuk om te lezen hoe je gelijkgestemde mensen ontmoet.
Heel veel liefs,
Yvonne
Jullie zijn echt kilometervreters. Sommige stukken weg die jullie afleggen zijn dus steil…. doodeng lijkt me dat.
Maar de omgeving is inderdaad spectaculair.
Wat betreft Nieuwjaar…. geen oliebollen? Alleen loempia’s zeker?
De sensatie die jullie beleven wordt heel mooi beschreven in het verslag. Die oorlog blijft hier en daar een (toeristische) rol spelen. Zelfs Kay wordt door het wapentuig aangetrokken. Jullie trekken trouwens steeds meer naar het noorden. Wat is eigenlijk het ultieme reisdoel in Vietnam? De ‘verovering’ van Hanoi?
En: jullie zijn gelukkig. Dat telt.