In de ochtend werden we met een busje opgehaald om naar de vulkanen Bromo en Ijen te gaan. Zoals hier gebruikelijk is worden eerst de gasten opgehaald en daarna moet er nog gestopt worden om te tanken. Daarna moesten we ook nog even stoppen om de olie te verversen en de bandenspanning te controleren, maar uiteindelijk vertrokken we dan naar het oosten van Java.
Na een lange rit kwamen dan ’s avonds laat eindelijk aan bij ons hotel in Cemoro Lawang vlakbij Bromo. Door alle stops onderweg was het al laat en waren de restaurants allemaal al dicht, gelukkig konden we nog een etenskraampje vinden om snel wat nasi goreng te eten voor we gingen slapen. De volgende ochtend was het alweer vroeg op om met de jeep naar Mount Penanjakan te gaan, om daar de zonsopkomst met als achtergrond de Bromo vulkaan te bekijken. Op bijna 2800 meter bleek het ’s nachts toch wel erg koud, gelukkig kwam de zon al vrij snel op en werd het warmer terwijl Bromo langzaam belicht werd.
Na de zonsopkomst was het weer snel terug om met de jeep naar de vulkaan zelf gebracht te worden. Vanaf de jeep was het eerst nog een kwartiertje lopen tot de voet om vervolgens met de trap naar de rand van de krater te gaan. Door de uitbarsting van 2014 zijn er in de verre omtrek rond de vulkaan geen planten meer en is alles bedekt in een laag donker vulkanisch zand wat een heel apart uitzicht oplevert. Na een klein uurtje rond de krater gingen we weer terug naar de jeep om dezelfde dag nog door te kunnen rijden naar de vulkaan Ijen.
Onderweg ging natuurlijk het meeste weer mis, we hadden een lekke band en de chauffeur was gaan slapen tijdens de lunch en bijna vergeten wakker te worden. Dit keer kwamen we dus ook weer laat aan, maar gelukkig nog net op tijd om wat avondeten te bestellen. Daarna zijn we maar snel gaan slapen want we moesten alweer om 1 uur ’s nachts op om naar de krater van Ijen te lopen.
Op weg naar de krater kregen we allemaal een gasmasker en daarna konden we afdalen naar de zwavel mijnen in het midden van de krater. Het meest spectaculaire hier is de zogenaamde ‘blue fire’, grote blauwe vlammen die door de lucht lijken te zweven. Vooral in het donker geeft dit een speciaal mysterieus effect. Daarna waren we ook nog gaan kijken hoe de mijnwerkers stukken zwavel aan het uithakken waren midden in de dichte zwavel wolken. Toen we even niet opletten kwamen we ook zelf bijna in zo’n wolk terecht, gelukkig kon ik Tineke nog snel mee trekken en bleef het bij een beetje hoesten en brandende ogen. Daarna bleven we toch maar op wat meer afstand. Toen het weer bijna licht begon te worden zijn we maar naar boven gegaan.
Op de rand van de krater bekeken we samen met een ander stel uit Duitsland de zonsopkomst en daarna liepen we nog wat rond. Ook de mijnwerkers waren inmiddels boven met elk ongeveer 80kg aan zwavel. Voor een kleine fooi konden we proberen om een stuk met hun bepakking te lopen, erg leuk maar het werd al erg snel erg zwaar. Daarna liepen we weer naar beneden en bestelde we een welverdiende portie pisang goreng (gebakken banaan) en een kopje koffie.
Toen iedereen weer beneden was gingen we met ons busje naar de veerboot om naar Bali te gaan. Het was nog even dringen omdat de boot er al was en iedereen die natuurlijk niet wilde missen. Gelukkig waren we nog net op tijd en konden we direct door.
Doet me terug denken aan onze vakantie op Sicilië en de beklimming van de Etna, en een bezoekje aan de kraters op The Big Island, Hawaii. Ongezonde gele dampen en je waant je meteen in de onderwereld.
Veel plezier op Bali en verder……
The Ring of Fire is bereikt. As en weder dienende ‘zien’ we een soort geheimzinnigheid met dampen, geuren en kleuren. Heerlijk voor je gezondheid! De kleur van de zonsopkomst ziet er gelukkig vertrouwd uit.
Op naar Bali! Anders mis je de boot.