De afgelopen dagen hebben we doorgebracht in het plaatsje Tuk-Tuk op het eiland Samosir in het Toba meer, in de restanten van de krater van een supervulkaan. De bevolking in de regio behoort tot de minderheidsgroep van de Batak, met hun eigen taal, tradities en architectuur. Kortom, zowel geologisch als cultureel spreekt deze plek tot de verbeelding.
In Bukit Lawang namen we afscheid van Noel, en we vertrokken met twee Duitsers en twee Argentijnen in een mini-bus naar de haven in Parapat. Na een hobbelige acht uur konden we dan op de boot, waar we Glory ontmoetten van Rumba guesthouse. Na wat grappen over en weer, besloten we om hier de komende drie nachten door the brengen. Het guesthouse wordt gerund door een innemende groep Batak, allemaal met lang haar. Tijdens de bezigheden rondom het restaurant en guesthouse wordt er overdag gekaart, televisie of film gekeken, gevist, of rondleidingen gegeven. In de avond wordt er gezongen en gitaar gespeeld en in de nacht wordt er naar Champion’s League voetbal gekeken. Er heerst een gelukkige, gemoedelijke maar vooral ook een gezellige sfeer.
Op onze eerste dag huurden we een motorbike om het eiland te verkennen. We reden over een bochtige weg door de heuvels met een indrukwekkend uitzicht over het kratermeer en de uitlopers van het vasteland. Onze eerste stop was een meer op het eiland, wat natuurlijk apart is: een meer op een eiland in een vulkaan in een meer op het eiland Sumatra! Het laatste stuk van de weg was zo slecht, dat de rennende schoolkinderen ons met gemak bij konden houden. Maar toen we eenmaal waren afgestapt, waren ze een beetje bang om ons te benaderen hoewel ze het jongleren van Kay met interesse van een afstandje bekeken. Onderweg zagen we traditionele Batak huizen, met typische puntige en gebogen dagen, enigszins gelijkend aan de vorm van een boot. Verder zagen we een heleboel kerken, zowel protestants als katholiek. Waar je in Medan ook heel veel moskeeën ziet, zijn de Batak overwegend christelijk.
Later bekeken we de ‘stone chairs’ waar vroeger berechtingen en executies plaatsvonden, en de geexecuteerden werden dan opgegeten! We bekeken ook het graf van de koning, waar we een doek over onze schouder moesten dragen als eerbetoon. De Batak zelf komen hier niet graag omdat ze geloven dat de geest nog steeds rondwaart.
Tijdens de rit, hadden Kay en ik een miscommunicatie terwijl ik probeerde af te stappen, waardoor ik mijn enkel verbrandde aan de ‘knalpot’ (uitlaat). Het branderige gevoel hield bijna een half uur aan! In de avond gingen we nog een hapje eten met de Duitsers en Argentijnen uit onze bus, gek genoeg waren het de Duitsers die veel te laat waren! De Argentijnen hadden ‘mate’ meegenomen, een typische thee die ze in Argentinie heel de dag door drinken. Dit hadden we niet meer geproefd sinds onze tijd in Argentinie, 3 jaar geleden!
De volgende dag reden we, Kay en ik nu elk op onze eigen bike, met de Argentijnen langs de velden naar een hotspring, een viewpoint over het eiland, en nog een meer op het eiland. Tijdens de lunch aten we in een wat drukker plaatsje. Hier merkten we dat rotondes, afslaan, en eenrichingswegen best ingewikkeld zijn als iedereen aan de linkerkant van de weg rijdt.
Die avond kwamen we Noel weer tegen, met een levendig gezelschap uit de VS, VK, en Denemarken. Al snel werden we door Glory, Tony en de rest van Rumba guesthouse uitgenodigd om erbij te komen zitten terwijl ze Batak-liederen zongen, begeleidt door gitaar en trommel. Later zongen we ook westerse liederen en konden we allemaal deelnemen. Het was een bijzonder mooie en gezellige avond.
De volgende dag stond er niet zoveel op het programma. We checkten uit, moesten nog wat dollars wisselen om de rekening te betalen, we kwamen erachter dat we nog 50 euro aan Laos Kip over hebben (wordt door geen enkele bank geaccepteerd), en om half zes zouden we met de boot weer naar het vasteland vertrekken. Even leek de boot niet te komen, maar uiteindelijk kwam alles toch helemaal goed.
Ben je op vakantie, open je nonchalant je eigen restaurant! Want lekker eten is belangrijk.
Dat de natuur mooi kan zijn, blijkt wel weer uit de prachtige foto’s. Er is zelfs sprake van een natuurlijk Droste-effect: een meer op een eiland in een vulkaan in een meer op het eiland Sumatra.
Hoe is het met de verbranding aan het been? Hopelijk geen vervelende gevolgen? Blaar? Van je af zingen dan maar, desnoods met een Batak-song.
PS: Hebben jullie het bericht gehoord/gelezen dat Johan Cruijff overleden is?