In de ochtend verlieten we ons motel om Los Angeles te verruilen voor de Mojave woestijn. De palmbomen zouden plaatsmaken voor vele cactussen, vetplanten, en de bevreemdende Joshua Trees; een uit de hand gelopen soort Yucca die door pionier John C. Fremont eens werd beschreven als: ‘Their stiff and ungraceful form makes them to the traveler the most repulsive tree in the vegetable kingdom’. Mooi of niet, een bijzonder landschap is het desalniettemin.
Voordat we onze kamer, met een gigantisch bed waar ik letterlijk in moest klimmen, betrokken bezochten we een stuk woestijn met kunstwerken gemaakt van junk en een oude hollywood filmset waar vroeger western films werden opgenomen, maar die nu omgetoverd is tot het karakteristieke dorpje Pioneertown. Na een Amerikaanse lunch in het beroemde Pappy and Harriets, belandden we in een zeldzame hoosbui in de woestijn, waarbij het water met bakken tegelijk uit de hemel komt zetten en het zicht door de voorruit tot slechts enkele meters wordt beperkt. Toen de regen eenmaal was gestopt en ook de zon minder heftig was, zijn we naar Joshua Tree NP gegaan. We zagen hier de schoonheid van de spaarzame natuur in de woestijn, waar elk plantje en diertje zijn eigen geisoleerde plekje heeft. Na een prachtige zonsondergang trokken we ons terug in onze kamer om vroeg onder de wol te gaan.
Vanaf de jaren 30 in de vorige eeuw was Route 66, ook wel de ‘mother road’ (populair gemaakt door Steinbeck in Grapes of wrath), dé manier om tussen Chicago en Los Angeles te reizen. Langs deze weg ontstonden levendige dorpjes vol entertainment, maar nadat de grote snelweg in de jaren 70 werd aangelegd raakten de dorpjes al snel in vergetelheid. Sommigen zijn nog maar kleine gehuchten met enkele inwoners of slaapstadjes en weer andere kregen een nieuw leven als toeristische attractie.
Vanuit Joshua Tree reden we over route 66 naar de Grand Canyon, waar onze weg kruiste met vele Harley Davidson’s, klassieke auto’s, loslopen burro’s (ezels) in Oatman, iconische neonverlichting, een wigwam motel, een elvis-pop, en opzichtige uithangborden. Al snel verwisselden we California voor Arizona, waar we overal de gehezen Amerikaanse vlag zagen, ons autootje een miniatuur leek tussen alle pick-up trucks, en de serveersters in de diners ons steevast aanspreken met ‘honey’, ‘sweetie’, of ‘kids’. Terwijl de ‘mother road’ onder ons doorgleed en de uitgestrekte landschappen aan ons voorbijtrokken genoten we van de klassiekers (o.a. Band on the Run, Hurricane, Road to Nowhere) en uiteindelijk stonden we dan ook op dé ‘corner in Winslow’, bekend van de Eagles.
Ons bezoek aan de grand canyon was één van de hoogtepunten van onze trip. We stonden rond zonsopkomst op en onderweg stonden we oog in oog met een aantal herten langs de weg. In de ochtend maakten we een hike onder de rand van de canyon naar een uitstekende richel, waar zeldzame Californische condors ons boven het hoofd vlogen. De rest van de dag bekeken we de canyon van verschillende uitzichtspunten. En hoewel het uitzicht overal vergelijkbaar is, bleven we ons maar verwonderen over de grootsheid van de canyon en de kracht van de Colorado rivier.
Get your kicks on route 66:
Ik kies de Chuck Berry versie. Yeah!
We hadden de mooie plaatjes al gezien, maar met de lyrische tekst erbij wordt de roadtrip compleet!
Leuk dat je songs aanhaalt, die tot het collectieve muziekgeheugen horen. Het nummer Route 66 kan er ook nog bij; het liefst in de uitvoering van Chuck Berry of the Rolling Stones.
Ik kan met goed voorstellen (of misschien ook niet) dat de Grand Canyon als het hoogtepunt tot nu toe mag worden bestempeld.