Nadat we echt helemaal genoeg hadden van Taganga gingen we naar Cartegena. Als we dachten dat het heet was in Taganga… vergeleken met Cartagena was het daar frisjes. Dus lekker rustig aan doen in Cartagena. De stadswandeling verspreidden we maar over twee dagen.
Op een wat koelere dag hebben we een moddervulkaan bezocht. Dit was een behoorlijke maffe, ongemakkelijke maar ontzettend leuke ervaring! De vulkaan is ongeveer 20 meter hoog, meer een mierenhoop dan een vulkaan eigenlijk. Bovenop is een krater waarin modder zit, ze vertelden ons dat het wel 100 meter diep was!
In een ruimte van 3 bij 3 meter worden dan zo’n 25 mensen gezet. Als je afdaalt in de modder verbaas je je als eerste over de waanzinnige drijfkracht die je hebt in de modder en de onhandige manier waarop je je daardoor beweegt. Maar al snel wordt je door een modderige Colombiaan meegetrokken voor de moddermassage. Na nog wat ronddobberen ga je er dan maar weer uit en bovenop wordt je enigszins schoongeveegd door nog een modderige Colombiaan.
Dan kun je je wassen in het meertje naast de modderige toestanden. Wij dachten onszelf wel te kunnen wassen maar de modder was hardnekkig. Al snel kwamen er een aantal stevige Colombiaanse vrouwens met emmers die ons wilden helpen. Ze duwen je op de grond en beginnen emmers water over je heen te scheppen, vingers in je oren en handen over je rug. Daarna vragen ze je zwemkleding uit te trekken: Saca, saca todo of Naked is okay. Dan maar verstoppen in het ondiepe water en wachten tot ze je kleding hebben gewassen. Overigens klaagden sommige meisjes over het feit dat de vrouwen het uitkleed-gedeelte in eigen hand namen. Gelukkig had ik hier van te voren over gelezen. Na afloop moet je iedereen die je geholpen heeft een tip betalen.
Na lang overwegen besloten we naar Bogota te vliegen in plaats van te bussen. We hebben onze laatste bestemming nu bereikt.