Na onze avonturen in de grotten was het dan tijd om aan het laatste deel van onze tocht naar Hanoi te beginnen. Met moeite kwamen we om half negen, in plaats van de geplande zes uur, ons bed uit en al met al konden we pas rond half elf echt vertrekken. Omdat het weer inmiddels was omgeslagen naar nat en koud, troken we wat extra kleding aan.
Het eerste deel door de bergen was doodeng: de weg was spekglad en door de mist konden we maar een paar meter vooruitkijken. Al snel moesten we stoppen om onszelf te ontdooien met warme koffie. Ook besloten we ter plekke om elk nog een trui en nog een broek aan te trekken, in de hoop niet aan het zadel vast te vriezen. Op deze plek trof ik ook een van de minder prettige toiletten in Vietnam aan. De kwaliteit is sowieso erg wisselend, soms ontbreken sloten of deuren in zijn geheel, wordt je eerst door nauwe steegjes geleidt, eenmaal was het de bedoeling om op de vloer boven een afvoerputje te gaan en weer een andere keer werd ik gadegeslagen door een muizenfamilie. Dit keer bestond het toilet uit twee bakstenen om op te hurken en een schotje waar je je maar half achter kan verschuilen en vele rondscharrelende kuikens.
Daarna knapte het weer een beetje op en we reden door to Pho Chau waar de mensen nog verbaasd zijn om westerse mensen te zien. Na een simpele fried rice, met huda bier, met een ander stel op motorbikes kropen we met een zak chips onder de dekens in onze aftandse hotelkamer om tv-series te kijken. Op de volgende dag droeg ik 3 paar sokken, 3 broeken, een t-shirt, en 3 truien. Wat een verschil met het rijden in Zuid-Vietnam! Deze dag hadden we opnieuw een lange rit voor de boeg, dwars door de Ninh Binh provincie. Onderweg zagen we weer vreemde dingen zoals een aantal varkens en geiten achterop een scooter. De vrouwen zagen we werken op het land en met de koeien en buffels langs de weg.
Omdat we een nationaal park wilden bezoeken moesten we onze geliefde Ho Chi Minh Road verlaten. Toen bleek dat Google en wij het geheel niet met elkaar eens zijn over de definitie van een weg. De ‘weg’ veranderde van zandbak tot rotstuin tot asfalt met kuilen over de hele breedte van de weg. Slalommend vervolgden we onze weg op een tergend langzaam tempo. Hierdoor kregen we wel veel te zien van het dagelijks leven op het platteland in Noord-Vietnam. Maar uiteindelijk reden we in het donker en omdat dit niet bepaald handig was (met tegenlicht zie je je eigen weghelft niet meer), stopten we bij het eerste de beste nha nghi (guesthouse).
Al snel vonden we het tijd om te gaan eten en we werden door wat locals aan hun tafel uitgenodigd, waar ons vreemde stukken vis (denk ik) en vlees (?) werden voorgeschoteld. Ze schonken een lekker rijstwijn uit een kokosnoot en deze vloeide, zoals gebruikelijk is in Vietnam, rijkelijk. Iedere keer dat er een bekende binnenkwam werd weer een rondje shots uitgedeeld. Toen een groep van 30 man binnenkwam, die een voor een onze tafel aandeden, werd dit ons toch wat al te gortig, en gezien onze vermoeidheid en de ongemakkelijkheid vanwege de taalbarriere gingen we vroeg naar onze kamer. Hier realiseeren we ons dat we in een ander soort motel waren beland dan we in eerste instantie hadden gedacht.. Het ontbreken van de douche en de gigantische spiegel bij het bed hadden wellicht een tipje van de sluier kunnen oplichten.
In de ochtend reden we de resterende kilometers naar Cuc Phuong National Park, via een bijzondere landelijke route. We volgden een ruw zandpad, waar we een sportieve rit dwars door het platteland volgden. We zagen eenden, buffels en rijstvelden in grote getale. Omdat Kay’s toeter het had begeven kon hij de kalfjes niet meer van te voren wegjagen waardoor hij ze de stuipen op het lijf joeg. Dit was erg grappig om te zien. Onderweg besloten we om niet naar het nationale park te gaan en toch direct door te rijden naar Hanoi. Onderweg voelden we ons wat nostalgisch omdat dit de laatste rit met Mickey en Joseba zou zijn. We genoten met volle teugen van de groenbegroeide karstbergen en zwaaiden naar de locals in de bus terwijl we onze favoriete motorbike nummers zongen. Na een laatste sterke Vietnameze koffie langs de weg was dit dan bijna het einde van onze onvergetelijke en waanzinnige tocht door Vietnam. Het rijden in Hanoi zelf was niet zo prettig, zoals verwacht maar viel eigenlijk ook wel weer reuze mee, het lastigste was om bij elkaar te blijven in de chaos van het verkeer. Toen parkeerden we onze bikes voor de laatste keer bij ons hostel.
Hier genoten we van de beste douche in twee maanden, heerlijk lekker warm met een goede druk. In de avond aten we weer verse loempia’s met een gezellig stel uit Utrecht die we hadden ontmoet. De volgende dag wilden we onze motorbikes verkopen. Dus mooie flyers maken, ophangen in grote hostels, en een uur later kwamen de eerste reacties al binnen. Vervolgens reden we ernaartoe en na een rijles, een paar biertjes en wat reistips was de verkoop rond! We wierpen een laatste blik op de bikes en keerden terug als voetgangers.
Eenmaal in ons hostel werden we uitgenodigd voor het spel ‘ride the bus’, wat we wel heel erg toepasselijk vonden. Uiteraard is bij dit spel veel drank betrokken, maar het gaf ons wel de gelegenheid om een ontzettend leuke groep mensen te ontmoeten met wie we een fantastische avond zouden hebben, ondanks het feit dat het uitgaansleven in Hanoi al zeer vroeg ophoudt: tussen elf uur en twaalf uur gaat alles dicht, en het feest verplaatst zich dan naar achter de luiken, verborgen voor de politie.
De dag erna genoten we van de lekkerste banh mi in heel Vietnam en dronken we ook nog maar eens van de beste koffie ter wereld: ca phe su da, oftewel mokka-koffie met gecondenseerde melk, zoet, romig en sterk. Daarnaast bezochten we het meer, de nightmarket en karaoke in een hostel. Op onze laatste dag boekten we een ticket naar Laos (te koud in Noord-Vietnam) en zaten we de hele middag op een terras met fresh beer (minder dan 20 cent!), met een Rotterdamse die we ter plekke ontmoetten. En zo kwam er dan toch echt een einde aan onze tijd in Vietnam.
Hoi Kay en Tineke,
Kunnen jullie ook wat zeggen over prijzen e.d. Hoe duur is zo’n motorbike nou. Hoeveel kost een kopje koffie, (in het verslag stond dat het bier minder dan 20 cent was).
En moet je ook betalen voor een toilet? En ook zou ik graag willen weten wat de favoriete motorbike songs dan zijn?
bijvoorbeeld: Normaal – Oerend Hard
Ik zegge oeh! (oeh!)
Ik zegge aah! (aah!)
Ik zegge oeh! (oeh!)
Aah! (aah!)
Oehoe oehoerend hard
Kwamen zie doar aangescheurd
Oehoe oehoerend hard
Want zie hadden van de motorcross geheurd
Langzaam ri-jen dat deeen zie nooit
Dat vonden zie toch maar tied verknooid
Bertus op zien Norton
En Tinus op de BSA
ETCETERA
Haha, die ken ik helaas niet! Bij mijn favorieten zitten Bob Dylan – Blowing in the Wind, Bob Marley – Don’t Worry, Queen – Bohemian Rhapsody en The Animals – There is a house in New Orleans, maar de klassieker Born to be wild mag natuurlijk ook niet ontbreken!
Qua prijzen.. Vietnam is echt heel erg goedkoop. Een kopje koffie kost meestal 10.000 dong, ongeveer 40 cent, een nacht in een hotelkamer 200.000 dong, dat is ongeveer 8 euro. Voor de bikes hebben we in totaal 480 US dollar betaalt, en in totaal ongeveer 50 dollar aan onderhouds- en reparatiekosten. Uiteindelijk hebben we ze samen verkocht voor 500 US dollar. Dus transport kost ook bijna helemaal niets, vooral aangezien een liter benzine ongeveer 70 cent kost, en motorbikes erg zuinig zijn in verbruik. Voor het toilet hoef je meestal niet te betalen, zo nu en dan op toeristische plekken wel, maar dan heb je meestal ook een beter toilet.
We zitten inmiddels in Laos en het is hier allemaal best wel een stuk duurder dan in Vietnam, maar we hebben het ook hier heel erg naar onze zin. Bedankt voor je reactie!
Liefs,
Tineke
Ik zou zeggen, gewoon lekker verder reizen. Die pruillip kan ik me voorstellen, het is een stuk afscheid van een mooie reis. Kan je weer opslaan in je boek met herinneringen. Maak er nog maar een paar en doe vooral heel erg voorzichtig en geniet!
Liefs,
Yvonne
Altijd leuk om je reacties te lezen! Gaat met jullie ook alles goed?
We zitten nu in Laos en ook hier hebben we echt een hele leuke tijd. Het is nu een andere manier van reizen, weliswaar minder vrij maar niet per se minder interessant of bijzonder. Het voordeel is ook dat we tijdens de busritten wat kunnen uitrusten, want dat gaat toch wat minder goed als je een aantal uur moet rijden!
Het kernwoord is infrastructuur: waarheen brengt de weg die wij moeten gaan. Noord-Vietnam oogt primitiever dan Zuid-Vietnam. Het lijkt met een motor soms handiger rijden dan met een auto, maar op een motor heb je meer last van de weerelementen. Lekkere warme en sterke koffie is dan een genot.
Tja, dag Vietnam. Ik zie zelf een beteuterde Tineke naast de motors staan! Een ‘soort van’ pruillipje!? Kop op Tineke: Laos is ook leuk! Daar hebben ze vast ook wel lekkere koffie.
Doe je best!
Noord-Vietnam is inderdaad het armste deel van het land, dat kun je ook wel zien. Maar niet alleen dat verandert, de tempels maken plaats voor kerken, het eten wordt pittiger, en volleybal maakt plaats voor voetbal! Laos is tot nog toe erg bijzonder en mooi, maar de koffie is onvergelijkbaar met die in Vietnam.
Bedankt voor je reactie!