Na al dat natuurschoon en kamperen hadden we ontzettend veel zin om het er eens goed van te nemen in Las Vegas. We verruilden de tent voor een luxe comfortabele kamer van 60 vierkante meters in een casino resort. In de ochtenden sliepen we lekker uit in het zachte bed, in de middagen hingen we in het casino (eindresultaat: -10 dollars) en rond het zwembad, en in de avonden genoten we van de shows die de stad te bieden heeft. De eerste avond bezochten we een spectaculaire voorstelling van Cirque du Soleil, waar we zelfs op de voorste rij zaten! We hebben daar echt ontzettend van genoten. We bezochten ook een middeleeuwse dinnershow waar we met onze handen aten en veel lol hadden terwijl we ridders met lanzen en paarden toejuichden (als ze bij ons vak hoorden) of uitjouwden (als ze bij het andere vak hoorden). Op de laatste avond zagen we een droomachtige show met waanzinnige licht- en rook-effecten en een choreografie van dansers, synchroonzwemmers, en acrobaten. Vlakbij (naar Amerikaanse begrippen) is Death Valley, waar we doorheen zijn gereden na ons vertrek uit Las Vegas. Aangezien het daar 49 graden was, en het menselijk lichaam daar slecht tegen kan, hebben we de desolate plekken in de vallei en de wijdse uitzichten voornamelijk vanaf de parkeerplaatsen bekeken. Een enkele keer waagden we ons enkele honderden (of misschien maar tientallen?) meters in de woestijn. Ik ondervond aan den lijve hoe héét zand kon worden door een klein gaatje in mijn schoen (au!). Kay en ik hadden het dan ook snel weer bekeken en we keerden gretig terug naar de koelte van ons autootje.
Las Vegas, Death Valley: way of life?