Na een rit van ongeveer 4 uur vanuit Samarkand kwamen we aan in Hayat, een piepklein dorpje ergens in de heuvels tussen Samarkand en Bukhara dat gasten verwelkomd in een aantal guesthouses. Het was hier in de schaduw van de bomen goed vertoeven. Na een lekkere lunch, met een soort van snert, salades, meloenen etc., maakten we een wandeling in de omgeving om op-een-haar-na uitgestorven berggeiten met imponerende gekrulde hoorns te bekijken. Verder werd ons verteld over het reilen-en-zeilen in het dorp. ’s Avonds konden we het goed vinden met Raf en Agnes uit België, aten we plov, en genoten we van een biertje.
De volgende dag vroeg uit de veren om naar het nabijgelegen dorp Asraf te gaan lopen door het glooiende landschap. Ook in Asraf hadden we een heel mooi guesthouse waar we lekker konden lezen. Op de achtergrond het geluid van een stroompje en een brullende stier. In de tuin groeien smakelijke tomaten, aubergines, appels en peren. Het erf is vol met viooltjes, anjers, rozen, zonnebloemen en andere wilde bloemen. Her en der scharrelen wat kippen rond en er ligt een hond lekker te slapen. In de omgeving kun je lekker wandelen met de hond voor nog wat prachtige vergezichten over de woestijn. Wat een rustgevende omgeving! In de avond plov gegeten, het favoriete gerecht van de Oezbeekse bevolking: knapperige rijst met wortel en vlees. Hoe vaak ze het ook eten, ze krijgen er schijnbaar nooit genoeg van!
De volgende dag vervolgden we onze reis naar het meer van Aydarkul. Hier hadden we het hele strand voor onszelf, afgezien van een kudde geiten die even passeerden om water te drinken. De zwempartij was erg verfrissend. Daarna settelden we ons in een yurt waar we die nacht zouden slapen en speelden we nog een spelletje backgammon met onze chauffeur. In de avond maakten we een rondje door de zandduinen op majestueuze kamelen, dronken we vodka bij het eten, luisterden we naar Kazachse muziek bij het kampvuur, gingen we dansen met de Fransen (een hele tourbus vol met Franse toeristen zelfs), en sterrenkijken.
In Bukhara was het gelijk weer een stuk toeristischer allemaal. Dat wil zeggen de ene na de andere tour groep komt voorbij. Maar, als je door de oude binnenstad met haar eeuwenoude watersysteem en markthallen loopt voelt het soms toch nog heel even alsof je in een andere tijd terechtgekomen bent. Het is ook heel leuk om langs de verschillende souvenirwinkels te lopen waar miniatuurtekeningen, gedecoreerd keramiek, gegrafeerde dolken, geborduurde kleden, gekleurde sjaals, en tapijten liggen uitgestald. Het hoogtepunt, letterlijk en figuurlijk, is een hele hoge minaret met gedetailleerde bewerkingen in het steen, die er al stond voor de tijd dat Genghis Khan het grootste deel van de stad, en haar inwoners, met de grond gelijk maakte. De stad wordt beschermd door een grote vestingsmuur, ook wel de ark genoemd, waar we een klein museum bezochten over de emirs van Bukhara. In Bukhara genoten we verder van verukkelijke kruidige thee en het uitgebreidere aanbod aan restaurants.