Onze dag begon vroeg, eerst nog even snel wat ontbijten en daarna met de taxi richting de grens. Na de nodige controles mochten we door naar de grenspost om onze visas te kopen en konden we Turkmenistan eindelijk in. Samen met een ander stel Nederlanders waren we de enige touristen bij de grens dus onze gids had ons snel gevonden. Na wat kennismaken vertrokken we in een grote 4×4 truck naar one eerste bestemming Kunya Urgench, een van de belangrijke steden langs de oude zijde route. Tegenwoordig staat hier nog een kleinde moskee en een relatief gigantische minaret. Daarnaast bezochten we de ruines van een oude fort (kala), maar helaas is hier niet veel meer van overgebleven nadat Ghengis Khan dit veroverd had.
In de namiddag gingen we naar de vuurkrater van Darvaza. Hier werd in de Soviet tijd naar gas geboord, maar toen dit was ingestord was er besloten het “laatste beetje” gas dat er nog was te verbranden, zodat de omliggende dorpen minder last zouden hebben van de gassen. Dat was 48 jaar geleden en sindsdien brand deze krater onafgebroken. Ook werd het duidelijk waarom we een 4×4 truck nodig hadden. Darvaze ligt namelijk en redelijk stukje van de weg en het laatste deel reden we door de duinen en de woestijn. Eenmaal bij de krater voel je de hitte van de vlammen zo’n 10 meter lager en dan is het toch een gek gevoel dat dit al 48 jaar zo brand. Na het eten maakte we nog een rondje bij de krater en beklommen we een paar van de omliggende heuvels om een paar overzichts fotos te nemen. Daarna was het alweer bedtijd en gingen we slapen in onze Yurt.
De volgende ochtend vertrokken we richting Asgabat waar we in de middag een aantal exorbitante momunenten bezochten. Ook zagen we rijen en rijen met flatgebouwen, allemaal van minstens 8 verdiepingen hoog en allemaal volledig betegelt met wit marmer. De meeste straten zijn bijna compleet verlaten en we zagen voornamelijk de mensen die de parken en monumenten onderhielden. Het is een heel apart gevoel om in zo’n grote stad te zijn, maar dan met bijna geen mensen. Aan het einde van de middag bezochten we een cafe bovenop een van de hogere torens. Hier dronken we nog wat koffie voordat we met de nachttrein richting Turkmenbasy aan de Kaspische zee vertrokken.
De nachttrein was niet bijzonder snel, maar met het avondeten, slapen en een ontbijt tussendoor lijkt de reis een stuk sneller te gaan. Eenmaal aangekomen kochten we een lunch op de lokale markt en vertrokken we richting de Yangykale Canyon. Met een prachtig uitzicht over de canyon en de woestijn aten we onze lunch, namen we een aantal foto’s en daarna vertrokken we naar een pelgrims huis waar we zouden overnachten. Later die middag kwam er ook een groepje vrouwen waarvan een deel redelijk engels sprak. Gezellig gepraat en we kregen een aantal zelfgemaakte turkmeense koekjes specialiteiten.
Op onze laatste dag reden we weer terug naar Asgabat. Onderweg bezochten we nog een kleine kerk, die vooral van binnen erg mooi versierd was. Verder bezochten we ook nog een klein dorpje in de bergen en zagen we wat meer van het dagelijkse leven. Hier bezochten we ook een kleine werkplaats waar ze stoffen nog met de hand weven en er vervolgens tassen en portemonees van maken. Als laatste stop keken we nog even bij een ondergronds meer en daarna reden we door naar Asgabat.
In de stad hadden we eindelijk weer een hotel en konden we gelukkig nog even douchen voordat we de stad gingen bekijken. In de avond is de stad geheel anders dan overdag. Waar alles overdag voornamelijk wit is, zijn de gebouwen in de avond verlicht met allerlij verschillende kleuren en en deel van de gebouwen veranderen iedere paar minuten weer in een andere kleur. Ook maakte we een ritje in het grootste indoor reuzenrad ter wereld en bezochten we een van de grootste winkelcentra. Daarna was het tijd om naar het hotel te gaan waar we nog eens terugdachten aan de afgelopen dagen. Sommige dingen lijken toch niet helemaal te kloppen of zijn gewoon erg apart, maar het is zeker een erg mooi land.